De Harlinger leeuwen

In 2013 heeft de gemeente, op aandringen van Oud Harlingen, de leeuwen bij de Leeuwenbrug grondig laten restaureren.

Al ongeveer vier eeuwen staan in Harlingen leeuwen met het stadswapen op wacht bij de Leeuwenbrug. De Harlinger hardsteenhouwer Jacob Lous tekende omstreeks 1610 een vogelvluchtkaart van zijn woonplaats. Daarop zijn ze al te zien bij de ‘Groote Sluis’, nu Rommelhaven geheten. Maar ook bij de Kleine Sluis (Rozengracht) en op de Voorstraat staan leeuwen getekend. De leeuwen staan op de stenen brugleuningen van de toenmalige pijpen.

Uit 1662 is een post in de stadsrekening bekend waarin mr. schilder Hendrick Jans van Schijffel 66 caroliguldens en twaalf stuivers afrekent ‘ter saecke arbeyds loon en geleverde verwen aan de valbrug over de Sluis, met de vier steenen Leeuwen’. De pijp is dus ondertussen vervangen door een beweegbare brug en de leeuwen zijn op nieuwe sokkels geplaatst. Dat is af te leiden uit een andere post, waarin mr. beeld- en steenhouwer Willem Jansen 272 caroliguldens afrekent ‘ter sake arbeitsloonen, bij hem en sijne knechts verdient, zedert den 6e January tot den 4e Augusti jongstleden, in t maken vande pedestalen, en andere tot de grote stenen Leeuwen’.

Bij de restauratie van de vier leeuwen, voorjaar 2013, kwam op een van de leeuwen de datumaanduiding ‘Ao 1788’ tevoorschijn, en op een andere de naam ‘Jelle’. De Franeker restauratieadviseur Anske de Boer, die het proces begeleidde, kon daar wel een Franeker steenhouwer bij bedenken. Maar onderzoek in het Harlinger gemeentearchief wijst uit dat in die tijd ook in Harlingen een familie van steenhouwers actief is. In 1752 kopen Age Dirks Agema, mr. steenhouwer, en zijn vrouw Neeltje Jelles het huis Heiligeweg 20 in Harlingen. Vijf jaar later, na de geboorte van hun tweede kind en met een derde op komst, kopen ze even verderop nummer 34 om daar een steenhouwerij in te richten. In 1773 overlijdt vader Age en neemt de oudste zoon het bedrijf over. Vijf jaar later koopt deze eerstgeborene de steenhouwerswinkel van zijn moeder Neeltje Jelles, en naar oud gebruik draagt hij de naam van zijn moeders’ vader: Jelle.